Ik zorg samen met mijn broers voor mijn steeds meer en meer hulpbehoevende moeder.
Terwijl Suikerrock over en door de stad raast zitten wij rustig thuis te babysitten op de hond (puppy) van de zoon. Niet dat we ons afsluiten van het gebeuren hoor, maar meer dan een wandeling langs de randanimatie en de kraampjes en foodtrucks zit er niet meer in. Het lawaai is niet meer aan mij besteed. Door zelf jaren muziek te spelen zijn mijn oren niet meer in staat om een dusdanige portie geluid te verwerken. De vakantieweken komen er stilletjes aan en dat duwt ons vooruit.
Mijn dochter met het downsyndroom heeft recht op een volwaardige plaats in onze samenleving.
Ik woonde alleen en werkte in Duffel. Ik besloot terug te keren naar mijn roots 15 jaar geleden om te zorgen voor heeroom, mijn moeder die al sinds 1972 weduwe is en zorgde voor haar 4 kinderen en mijn gehandicapte broer. Ik werk nu korter bij huis en kan dit combineren met de zorg voor hen.
Omdat hij mijn buurman en vriend is.
Hij is een heel bijzondere, lieve mens.
Mijn papa heeft in de tijd ons groot gebracht samen met mijn mama,
En nu vind ik het mijn plicht om dat voor hem te doen.
In 1994 kreeg mijn man hartproblemen. Door te weinig zuurstof in de hersenen heeft hij na een tweede operatie een maand in coma gelegen. Hierdoor is hij volledig verlamd geraakt en is zijn kortetermijngeheugen aangetast. Hem thuis verzorgen lukte me niet. Nu verblijft hij in het rusthuis waar we beiden al 18 jaar vrijwilliger zijn.