Mijn vrouw kampt met een zware depressie. Ik ben nu halftijds gaan werken om voor onze jonge kinderen te zorgen en ook voor mijn vrouw, die sommige dagen niets meer kan doen.
Ik ben dit weekend de hele tijd thuis moeten blijven bij Jan en ik mis het echt om onder de mensen te zijn. Vroeger hadden wij een groot sociaal netwerk en ik heb nog steeds enkele goede vrienden die mij steunen, maar een grote groep mensen bij ons uitnodigen kan nu niet meer, dat vind ik wel jammer;
Dit weekend was heel vermoeiend. Ik ben altijd het eerste aansprekingspunt. Wil moeder eens gaan winkelen, of een terrasje gaan doen, ik word altijd als eerste gevraagd om haar te brengen. Dat komt niet altijd goed uit voor mij, maar altijd ‘neen’ zeggen vind ik ook zo moeilijk. Mijn man zegt dat ik me niet schuldig moet voelen, maar ik vind dat toch wel moeilijk.
Ik heb echt nood om er eens tussenuit te zijn, maar spontaan erop uit trekken is nu wel erg moeilijk geworden voor ons. Als we eens een weekendje (of langer) weg willen, is het altijd een hele organisatie om het geregeld te krijgen dat er opvang en toezicht is voor moeder de periode dat we er niet zijn.
Ik moest Jan vandaag meenemen naar de winkel, omdat ik niemand vond om op hem te passen. Daar kwam ik een voormalige dorpsgenoot tegen die nog niet wist wat er met Jan gebeurd was. Haar geschrokken reactie toen ze zag hoe hij was afgetakeld deed pijn ..;
Een aantal zaken vind ik toch wel moeilijk. Aangezien moeder bij ons woont, gaan mijn zussen er vanuit dat ik alles wel zal regelen. Als ik daar al eens durf over klagen, antwoorden ze: “dan moet ze maar naar een home”. Wij vinden dat een beetje een gemakkelijke houding, tussen wit en zwart zijn er immers nog veel tinten grijs.
Moeder weigert regelmatig hulp, legt allerlei spullen verloren, doolt ’s nachts al eens door huis, heeft geen besef meer van welke medicatie ze wanneer moet nemen, … Daarom heb ik loopbaanonderbreking in het kader van medische bijstand aangevraagd. Ik werk nu nog maar halftijds, uiteraard met de bijhorende negatieve financiële gevolgen.
Ondertussen is mijn vader al 7 jaren overleden en woont mijn moeder nu alleen in haar ‘studiootje’. Zelf spreekt ze over ‘haar serviceflat’. Ze zou daar ook liefst blijven wonen, veilig, dicht bij ons, waar de familie regelmatig binnenvalt en dan voor ambiance zorgt. Ik denk dat ze zo toch van een gelukkige oude dag kan genieten.
Ik woon met mijn moeder in een kangoeroewoning. Moeder begint meer en meer te dementeren en is zwaar diabetespatiënt. Wij zorgen voor de ‘eerste hulp’: we houden een oogje in het zeil, wij zorgen dagelijks voor ontbijt en avondmaal, in het weekend ook voor een warm middagmaal, we zorgen voor de boodschappen, administratie, financiën, …