Netwerk voor mantelzorgers, van maandag tot zondag

Thuiszorgondersteunende diensten

De dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds

⇧terug naar boven

De dienst Maatschappelijk Werk informeert je over de sociale regelgeving, organiseert thuiszorg en begeleidt je bij langdurige zorgsituaties. Je kunt er terecht voor:

  • informatie en advies over thuiszorg
  • informatie en advies over diensten en financiële en sociale voordelen
  • bespreking van noden op langere termijn
  • onderzoeken van de zorgbehoevendheid
  • inschakelen van thuiszorgdiensten, hulpmiddelen of het aanpassen van de woning
  • oplossingen voor wanneer thuiszorg niet meer mogelijk is

Informatie en advies over thuiszorg

Heb je vragen over je ziekte, handicap, ouder worden …? Of wil je zo lang mogelijk thuis blijven wonen? Dan kan de dienst Maatschappelijk Werk de nodige informatie en hulp bieden. Samen met de maatschappelijk werker bekijk je je situatie, je mogelijkheden en hoe je problemen kunt voorkomen.

Organisatie van thuiszorg en onderzoeken van financiële rechten

Heb je door ziekte, ongeval, ouderdom … nood aan extra diensten of hulp? Dan zoekt de dienst Maatschappelijk Werk samen met jou naar de juiste hulpverleners en thuiszorgdiensten. De dienst organiseert de hulpverlening en onderzoekt ook op welke financiële tegemoetkomingen je recht hebt.

Begeleiding

Een aandoening of handicap kan je toekomstverwachtingen drastisch beïnvloeden. Je hebt te maken met gevoelens zoals machteloosheid, boosheid, verdriet, schuld en afhankelijkheid. Dit alles een plaats geven, kost tijd en energie. De maatschappelijk werker kan daarbij helpen door samen een toekomstplan op te stellen.

Klik hier voor meer info!

Eerstelijnszorg

⇧terug naar boven

Je huisarts, je apotheker, je ziekenfonds, de thuisverpleging, de gezinszorg, Kind en Gezin: het zijn allemaal instanties die we de ‘eerstelijnszorg’ noemen. Ook de spoeddienst van een ziekenhuis, de dienst maatschappelijk werk, uitleendiensten van hulpmiddelen en de thuiszorgwinkel maken deel uit van de eerstelijnszorg. Het zijn de eersten waar je naartoe stapt met vragen over zorg en gezondheid. Eerstelijnszorg is zeer toegankelijk. Bovendien voorkomt eerstelijnszorg dat je onnodig een beroep doet op complexere en duurdere zorg.

Naast eerstelijnszorg spreekt men ook over:

  • De ‘nulde’ lijn: de zorg die gegeven wordt door mantelzorgers, vrijwilligers, familie en zelfhulpgroepen. Niet-professionele hulpverleners helpen de zorgbehoevende op weg naar de eigenlijke gezondheidszorg of ze ondersteunen hem of haar in de zorg.
  • Tweedelijnszorg: hulpverleners die slechts na verwijzing kunnen worden geconsulteerd. Je krijgt dus alleen toegang wanneer je vanuit de eerste lijn wordt doorverwezen. Je huisarts verwijst je bijvoorbeeld door naar een gespecialiseerde arts.
  • Derdelijnszorg: alle zorg waarbij je wordt opgenomen in een instelling. Dat kan in een algemeen of psychiatrisch ziekenhuis zijn, in een rust- en verzorgingstehuis of psychiatrisch verzorgingstehuis of waar dan ook.

Formele zorg

⇧terug naar boven

Formele zorg of professionele zorg omvat de hulp en zorg die wordt aangeboden door professionele hulpverleners. Formele zorg staat tegenover 'informele zorg'. Eigenlijk gaat het om hulpverleners die zich vanuit hun opleiding of vorming bezighouden met de specifieke hulpvragen in een zorgsituatie. Denk aan een huisarts, psychiater, verpleegkundige, ... Formele hulpverleners zijn meestal verbonden aan een bepaalde dienst, zoals de mutualiteit, Familiezorg, OCMW, ziekenhuis …

Voordelen van formele zorg

  • Formele zorgverleners beschikken over een bepaalde expertise en dat schept vertrouwen.
  • Formele zorgverleners worden vergoed voor hun hulp, waardoor je hen gemakkelijker iets extra kunt vragen. Bij iemand die zich belangeloos voor jouw inzet, voel je jezelf al snel een beetje in het krijt staan.

Nadelen van formele zorg

  • Omdat formele zorg overwegend vanuit een bepaalde dienst wordt georganiseerd, zit je vast aan afgesproken dagen en uren.
  • Aan formele hulp zit altijd een prijskaartje. In heel wat gevallen hangt wat je betaalt natuurlijk wel af van je inkomen, maar helemaal gratis is het meestal niet.
  • Een ander minpuntje van formele hulp is de administratieve rompslomp die er vaak bij komt kijken. Aanvragen indienen, formulieren waar je niet altijd goed weg mee weet.
  • Mantelzorgers (en diegenen voor wie ze zorgen) hebben graag dat zij telkens met dezelfde hulpverleners te maken krijgen. Dat is bij formele hulp niet het geval.
  • Bij formele hulp gaat het om beroepskrachten: zij zijn niet zeven dagen per week en 24 uur per dag inzetbaar! Zij nemen ook verlof en worden zelf ook weleens ziek.

Georganiseerd vervoer

⇧terug naar boven

In heel wat thuiszorgsituaties is mobiliteit (of het wegvallen ervan) een item om zeker eens bij stil te staan. Er bestaan een aantal alternatieven die je werk als mantelzorger aanzienlijk kunnen verlichten. Je kan een onderscheid maken tussen vervoer om medische redenen en vervoer om sociale redenen:

  • Vervoer om medische redenen brengt mensen van en naar het ziekenhuis, de specialist, de daghospitalisatie, het revalidatiecentrum, een dialysecentrum, … De meeste ziekenfondsen hebben een eigen vervoerdienst of een overeenkomst met zelfstandige taxi- of vervoerdiensten. Dagverblijf- en activiteitencentra hebben vaak een eigen busdienst die de mensen thuis of op een afgesproken plaats oppikt. Voor al het georganiseerde medische vervoer zijn er ook bepaalde tarieven van toepassing die je met je mutualiteit vooraf kan doornemen. Er zijn situaties waarvoor er vanuit de mutualiteit bepaalde tegemoetkomingen of terugbetalingen voorzien zijn.
  • Minstens zo belangrijk is gebruiksvriendelijk georganiseerd vervoer om sociale redenen. Dat kan gaan om een familiebezoek, een kappers- of winkelbezoek, een activiteit van een vereniging, .... Hoe meer vervoersfaciliteiten er voorhanden zijn, hoe verder de horizon van de zorgbehoevende reikt. Een handig alternatief is de Minder Mobielen Centrale (MMC). MMC’s werden opgericht om mensen met verplaatsingsproblemen en een beperkt inkomen toch een aangepaste transportmogelijkheid te geven. Vrijwillige automobilisten stellen zichzelf en hun auto op bepaalde dagen en uren ter beschikking van mensen die nood hebben aan vervoer. Wanneer je lid bent van de MMC, volstaat het om een tweetal dagen vooraf een telefoontje te doen naar de permanentiedienst en een afspraak te maken. Als mantelzorger kan het een welkome geruststelling zijn om te weten dat de persoon voor wie je zorgt op die manier onafhankelijk van jou op stap kan gaan. Een overzicht van de MMC’s in Vlaanderen vind je hier.

Eveneens de moeite waard is om je te informeren over bepaalde voordelen die je in het autoverkeer en bij het openbare vervoer kan krijgen. Soms gelden die voordelen niet enkel voor de persoon met een beperking, maar ook voor zijn begeleider. Denk bijvoorbeeld aan een speciale parkeerkaart, aan vrijstelling en vermindering van autobelasting en vrijstelling van belasting van inverkeersstelling. Bij de NMBS heb je dan weer reductie- en voorkeurtarieven, voorbehouden zitplaatsen, hulp bij het op- en afstappen in het station. Het zijn allemaal kleine insteken die een beetje tegemoetkomen aan mobiliteitsproblemen.

Hulpmiddelen

⇧terug naar boven

Zowel voor de zorgbehoevende persoon als voor jezelf kunnen enkele praktische hulpmiddelen een wereld van verschil betekenen. Ze vergemakkelijken de verzorging en bevorderen de zelfredzaamheid van zieken, personen met een handicap en bejaarden (zie ook ‘woningaanpassing’). Het gaat er niet enkel om het de zorgbehoevende gemakkelijker te maken, maar het betekent ook een absolute boost voor zijn zelfwaardegevoel. Wanneer een technisch hulpmiddel betekent dat de zorgbehoevende hiermee opnieuw een stukje terrein verovert op zijn eigen kunnen, dan is dat een absolute meerwaarde.

Er bestaan heel wat hulpmiddelen om de thuisverzorging van een zorgbehoevend persoon zo comfortabel en ergonomisch mogelijk te maken. Een bezoekje aan de thuiszorgwinkel en een adviserende babbel met de verantwoordelijke kunnen jou al een heel eind op weg helpen om de thuiszorgsituatie te vergemakkelijken.

Palliatieve zorg

⇧terug naar boven

Palliatieve zorg stelt zich tot doel de levenskwaliteit van patiënt en gezin te verhogen. Zo formuleerde de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) in 1990 het begrip ‘palliatieve zorg’: de zorg voor het leven, op de drempel van de dood.

Vandaag wordt ‘palliatieve zorg’ gedefinieerd als de actieve totaalzorg voor patiënten die ongeneeslijk ziek zijn. De essentie van palliatieve zorg is zowel doeltreffende pijn- en symptoombestrijding als de zorg voor de psychische, sociale en spirituele noden van de patiënt.

Ruimer gesteld houdt palliatieve zorg ook zorg in voor de omgeving van de patiënt. Zo bestaan er speciaal opgeleide palliatieve zorgteams (huisarts, verpleegkundigen …) waarbij ieder vanuit zijn eigen deskundigheid bijdraagt aan de optimale palliatieve zorg voor de patiënt en oog heeft voor de begeleiding en ondersteuning van de mantelzorgers rondom de patiënt.

Behalve de professioneel opgeleide palliatieve hulpverleners zijn er ook de palliatieve vrijwilligers. Ook zij doorliepen een aangepaste vorming om patiënten in de eindfase van hun leven en hun omgeving bij te staan. Zij proberen de professionele hulpverlening aan te vullen door op vraag van en in overleg met de zieke en de familie op huisbezoek te komen en steun te bieden in die moeilijke tijden.

Psychiatrische problemen en mantelzorg

⇧terug naar boven

Mantelzorger zijn voor iemand met psychische problemen is op bepaalde vlakken anders dan in een lichamelijke zorgsituatie. In principe kan iemand die aan een depressie lijdt of psychotisch is, best wel voor zichzelf zorgen. Zijn motoriek is niet van die aard dat hij zichzelf niet kan wassen of aankleden. Hij heeft geen rolstoel nodig om zich te verplaatsen, er is ook geen verpleegkundige nodig die bepaalde medische verzorgingen moet verrichten.

Vandaag is het binnen de geestelijke gezondheidszorg de bedoeling dat mensen met psychische problematiek zo lang mogelijk in hun eigen thuismilieu blijven. Hiertoe worden er mobiele teams ontwikkeld die bij de psychisch zieke aan huis komt. Opname in een psychiatrische setting is pas aan de orde wanneer de situatie thuis onhoudbaar is. Zolang de nodige hulp en begeleiding in de thuissituatie kunnen gebeuren, blijft de psychisch zieke in zijn vertrouwde omgeving. Ouders, familie en school krijgen daarbij een belangrijke signaalfunctie. Terwijl familieleden in het verleden een beetje aan de rand van de behandeling bleven staan, zullen zij in de toekomst actief betrokken partners worden in de zorg voor de psychisch zieke.

Dat heeft voor- en nadelen. Enerzijds betekent dat dat zowel de psychisch zieke als zijn omgeving veel meer inspraak heeft in de behandeling. Anderzijds zullen dan weer de gevolgen van het psychisch ziek zijn voor een groot deel de zorg van de mantelzorger worden.

Het is geen slecht idee om ook in een zorgsituatie voor een psychisch ziek persoon zoveel mogelijk externe diensten in te schakelen. Zo kan je thuishulp inschakelen voor zijn zelfzorg en omgevingszorg, een thuisverpleegkundige om de medicatie toe te dienen, een budgetbegeleider om administratie en financiën in orde te houden, … Je kan trouwens ook voor die zaken een beroep doen op de dienst Maatschappelijk Werk van het ziekenfonds van de betrokkene of op het OCMW.

Als mantelzorger bespaar je jezelf een heleboel frustraties en pijnlijke ruzies door zoveel mogelijk organisatorische zaken rond de zorgbehoevende uit handen te geven. Naarmate jouw rol meer die van een betrokken en liefdevol ‘aanwezig’ persoon kan zijn, zullen de turbulenties ook afnemen. Gebruik je energie om er te zijn voor de zieke en om samen dingen te doen die hij alleen niet meer aankan of durft.

Hoe meer je weet over een bepaalde psychische aandoening, hoe beter het je als mantelzorger lukt om ermee om te gaan. Kennis van het ziektebeeld helpt ook om het onbegrip in je omgeving beter te kunnen weerleggen.

Psychiatrische ziekenhuizen en diensten Geestelijke Gezondheid organiseren sessies rond de meeste psychiatrische aandoeningen. Je krijgt er uitleg over de aandoening en je leert hoe je er het best mee om kan gaan. Je leert ook voldoende aandacht voor jezelf te blijven hebben en grenzen te stellen, zodat je er zelf niet onderdoor gaat.

Aarzel niet om externe hulp in te schakelen. Net als iedere andere mantelzorger heb je ook als ‘mantelzorger van de ziel’ recht op hulp en begeleiding.

Zie ook:

www.similes.be
www.huishouden-vzw.be
www.netwerkaccolade.be

Psychiatrische zorg in de thuissituatie

⇧terug naar boven

Psychiatrische zorg in de thuissituatie (PZT) is een samenwerkingsverband tussen verschillende diensten uit de geestelijke gezondheidszorg (psychiatrische ziekenhuizen, Centra Geestelijke Gezondheidszorg, …) en de reguliere thuiszorgdiensten (thuisverpleging, diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg, huisartsen, …).

De inbreng van PZT kan op verschillende manieren verlopen. Het kan gaan om een eenmalige of kortdurende interventie. PZT geeft advies en informeert op welke gespecialiseerde diensten het netwerk een beroep kan doen. Er wordt ook aandacht besteed aan het verder uitbouwen van een netwerk rond de zorgbehoevende persoon en aan het op elkaar afstemmen van de zorg.

PZT kan ook een professioneel antwoord proberen te geven op vragen die hulpverleners en mantelzorgers zich stellen over hun omgang met de zorgbehoevende. In bepaalde complexe situaties kan PZT ook tijdelijk een thuisbegeleiding opstarten.

Samenwerken

⇧terug naar boven

Een goede samenwerking is gestoeld op een duidelijke en open communicatie. Dat is zo voor de verschillende mantelzorgers in een thuissituatie. Maar dat geldt absoluut ook voor de communicatie tussen familie, mantelzorgers en professionele diensten. Wanneer onduidelijkheden, vragen of ergernissen niet worden gecommuniceerd, gaan ze op den duur de werksfeer verzuren.

Goed samenwerken betekent niet alleen openheid en transparantie. De violen op elkaar afstemmen vraagt ook een gedeelde visie en een gemeenschappelijk doel. Een dosis goodwill bij alle partijen en enige bereidheid tot compromissen zijn meer dan welkom.

SEL

⇧terug naar boven

Een SEL is een samenwerkingsinitiatief tussen verschillende diensten in een regio. Het houdt in dat verschillende zorgverleners (professionelen, vrijwilligers, mantelzorgers, thuisverzorgers) met elkaar overleggen en afspraken maken.

In elke SEL worden een aantal disciplines verplicht vertegenwoordigd, zoals huisartsen, thuisverpleegkundigen en vroedvrouwen, diensten voor gezinszorg en erkende diensten Maatschappelijk Werk van ziekenfondsen.

Ook de mantelzorger kan een mandaat verwerven in de SEL’s. Natuurlijk werken de SEL’s ook nauw en gestructureerd samen met de OCMW’s uit de regio, met vrijwilligersorganisaties en groeperingen van thuisverzorgers, lokale en regionale dienstencentra en woon- en zorgcentra. Tot de opdracht van de SEL’s hoort een hele waaier aan taken met het oog op een maximale samenwerking in de eerstelijnszorg en de ondersteuning en sensibilisering van de betrokken diensten.

Thuiszorg

⇧terug naar boven

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) is ‘gezondheid’ het geheel van lichamelijk, psychisch en sociaal welzijn. En waar heeft een mens de meeste kans om die drie aspecten van gezondheid samen te treffen? Thuis. Daar voel je je geborgen en veilig en kan je volledig jezelf zijn. Begrijpelijk toch dat wie ziek of hulpbehoevend is, niets liever wil dan thuis zijn? De vraag naar thuiszorg neemt toe. Verschillende factoren liggen aan de basis van die toenemende vraag:

  • De gemiddelde levensverwachting is gestegen. Naarmate je ouder wordt, verhoogt de kans dat je hulpbehoevend wordt en dus ook de kans dat je ooit een beroep moet doen op thuiszorgdiensten.
  • De ziekenhuissector is geëvolueerd. Vroeger bleef je na een heelkundige ingreep of een ziekte nog een hele poos in het ziekenhuis. Vandaag is dat niet meer het geval. Ga je sneller naar huis terug, dan is de nood aan nazorg in je eigen omgeving vanzelfsprekend.
  • Thuis verzorgd worden door je familie, met eventueel bijkomende ondersteuning van externe diensten, blijkt nog altijd een stuk goedkoper dan verzorging in een professionele instelling.
  • Tenslotte is er de universele wens van zowel ouderen en zorgbehoevenden, als mensen met een psychische problematiek of personen met een handicap: ik wil liefst zo lang mogelijk thuisblijven!

En hoewel de vraag naar thuiszorg toeneemt, wordt het alsmaar minder evident die vraag in te vullen. Weinig mensen zijn nog in de mogelijkheid om de zorg voor iemand op te nemen. Partners gaan allebei uit werken, volwassen en gehuwde kinderen wonen ver uit de buurt en het afgenomen aantal kinderen in een gezin maakt dat alle zorg door één kind zou moeten worden opgenomen. Kortom, allerlei factoren maken dat de toenemende vraag om thuiszorg steeds minder door het gezin alleen kan worden opgenomen. Zonder zorg van buitenaf is de zorgsituatie moeilijk haalbaar. Wat ooit zo vanzelfsprekend was, is dat vandaag niet meer.

Wil je heel concreet voor jouw thuiszorgsituatie een oplossing op maat vinden? De dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds weet precies welke thuiszorgdiensten er in jouw omgeving zijn en hoe en wanneer je er een beroep op kan doen.

Thuiszorgdiensten

⇧terug naar boven

Thuiszorg is zorg die idealiter gedragen wordt door meerdere partijen. De basis is ongetwijfeld de familie, aangevuld en gesteund door thuiszorgdiensten. Op welke diensten kan je zoal een beroep doen:

  • Voor alles wat medische zorgen aanbelangt, is je huisarts de belangrijkste persoon. Die vervult een belangrijke rol in het opstarten en opvolgen van jouw thuiszorgsituatie.
  • Wanneer er in je thuissituatie nood is aan verpleegkundige verzorging, kan je hiervoor beroep doen op een thuisverplegingsdienst of een zelfstandige thuisverpleegkundige. Om een thuisverpleegkundige aan huis te krijgen heb je een voorschrift van een behandelende arts nodig. Op die manier kan er een hele waaier aan taken worden opgenomen: hygiënische verzorging, wondverzorging, inspuitingen geven, een lavement toedienen, de zorg bij blaassonde en stoma …
  • Ook andere actoren kunnen bij jou aan huis komen om medische zorgen te verlenen. Denk maar aan een kinesist, een logopedist, een diëtist of iemand die een medisch pedicure doet, behoren tot de mogelijkheden.
  • De diensten voor gezinszorg stellen verzorgenden ter beschikking die helpen bij bepaalde taken in huis: maaltijden bereiden, afwassen, boodschappen doen, onderhoud, wassen, strijken of hygiënische verzorging (dagelijks of wekelijks toilet, kraamzorg, lichaamsverzorging, baby- en kinderverzorging …).
  • Poetshulp steekt de handen uit de mouwen om de woning netjes te houden en bedden op te maken of te verschonen.
  • Een woning moet natuurlijk ook onderhouden worden. Ook die extra taak kan er voor jou als mantelzorger misschien echt niet meer bij. Je kan in dat geval terecht bij een klusjesdienst (van bijvoorbeeld een dienst voor gezinszorg of OCMW). Een klusjesdienst staat in voor allerhande karweitjes in en rond het huis. Denk aan tuinonderhoud of kleine herstellingen. De klusjesdienst kan ook grote diensten bewijzen bij kleine aanpassingen van een woning om de zorgbehoevende meer comfort te bieden.
  • Er bestaan ook diensten die dagelijks warme maaltijden aan huis brengen tegen een betaalbare prijs. Meestal hebben OCMW’s zo’n dienst, maar ook bepaalde private traiteurs nemen die taak zorgvuldig op.
  • Sommige gemeenten beschikken over een boodschappendienst voor mensen die dat zelf niet meer kunnen. Vrijwilligers halen het boodschappenlijstje op en leveren alles, tegen een kleine vergoeding, netjes thuis af. Vaak is er wel enige beperking van gewicht, afstand en soort boodschappen ingebouwd.
  • Nog een andere dienst die de thuiszorg helpt te ondersteunen, is het lokale dienstencentrum (LDC). Zo’n centrum werkt vooral met vrijwilligers, onder begeleiding van een maatschappelijk werker. Ze organiseren ontmoetingsnamiddagen, maar bieden soms ook diensten aan zoals voetverzorging of lichaamsverzorging.

Wil je heel concreet voor jouw thuiszorgsituatie een oplossing op maat vinden? Raadpleeg de dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds. Daar weet men precies welke thuiszorgdiensten er in jouw omgeving zijn, hoe en wanneer je er een beroep op kan doen en welke er in jouw situatie het meest geschikt zijn.

Thuiszorgwinkel

⇧terug naar boven

Voor iedere situatie die problemen geeft, kan je je afvragen of er geen hulpmiddel bestaat. Met je lijstje kan je perfect naar de thuiszorgwinkel in je buurt trekken en het voorleggen aan de consulent. Die weet er ongetwijfeld raad mee.

In de thuiszorgwinkel van CM kun je terecht voor hulpmiddelen zoals:  

  • bedlift, personentillift
  • bedtafel (vast of rollend)
  • bedverhogers
  • dekenboog
  • elektrisch hoog-laagbed
  • elektrische patiëntenlift
  • hospitaalbed
  • krukken
  • looprek
  • onrusthekken
  • persoonlijk alarmsysteem
  • pijnpomp
  • rollator
  • rolstoel
  • ruggensteun
  • seniorentelefoon
  • serumdrager

Het uitlenen van sommige hulpmiddelen is soms gratis. Andere keren betaal je een waarborg om een toestel uit te lenen. Die waarborg krijg je terug wanneer je het toestel opnieuw inlevert.

Afhankelijk van het geleende hulpmiddel is de uitleentermijn beperkt in tijd, maar meestal te verlengen. Grote hulpmiddelen kunnen door de vervoerdienst aan huis worden gebracht en opgehaald. Kleiner materiaal kan je zelf afhalen en terugbrengen. Meer info? Klik hier.

Voor personen die jonger zijn dan 65 jaar en ingeschreven zijn bij het Vlaams Agentschap Personen met een Handicap, is er een budget voor het aanschaffen van de nodige hulpmiddelen. Meer hierover kom je te weten bij de dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds of via de website www.vaph.be.

Vermaatschappelijking van de zorg

⇧terug naar boven

Het is nog niet zo heel lang geleden dat het gebruikelijk was om mensen met een langdurige fysieke, psychische of cognitieve beperking te huisvesten in grootschalige instituten buiten de stad. De taak van de mantelzorger was veeleer beperkt tot bezoeker van het zorgbehoevende gezinslid in de instelling.

Die grootschalige verblijfsvoorzieningen werden echter meer en meer in vraag gesteld. Was het wel zo’n goed idee om mensen met een beperking in een instelling te plaatsen en hen hiermee hun plaats in de maatschappij te ontnemen? Zou het niet beter zijn dat die mensen een zo gewoon mogelijk leven konden leiden?

Die vraag was de aanzet naar wat vandaag de ‘vermaatschappelijking’ van de zorg wordt genoemd. Een ander woord dat ook wel wordt gebruikt, is de zogenoemde extramuralisering. De uiteindelijke bedoeling is om ouderen en mensen met een verstandelijke, lichamelijke of psychische handicap opnieuw een plaats te geven in de maatschappij. Mét hun beperkingen en mogelijkheden.

Het spreekt voor zich dat die nieuwe visie op zorg heel wat gevolgen meebrengt:

  • Er moet voorzien worden in aangepaste wooninfrastructuur.
  • Er moet ondersteuning zijn om zo zelfstandig en zelfredzaam mogelijk in de samenleving te leven en wonen.
  • De hulpverlener zal nu zelf naar de mensen toe moeten gaan. Men spreekt in dat geval van outreaching.
  • Bestaande welzijnsdiensten moeten uitgebreid worden.
  • Het belang van een goede samenwerking tussen alle externe diensten, die bij de zorgbehoevende aan huis komen, neemt toe.
  • Netwerken en netwerkoverleg, waarbij zeker ook de zorgbehoevende persoon zelf en de eventuele mantelzorgers worden betrokken, winnen aan belangrijkheid.

Wanneer mensen met een beperking zelfstandig gaan wonen of opnieuw in hun thuismilieu, heeft dat ook een impact op hun omgeving. Waren de zorg en de eindverantwoordelijkheid voorheen de zaak van de instelling waar de zorgbehoevende persoon verbleef, dan wordt er voortaan meer en meer een beroep gedaan op de omgeving en in de mate van het mogelijke op de betrokkene zelf. De maatschappij, de straat, de buurt, maar vooral het gezin. De mantelzorger dus.

Woningaanpassing en ergotherapeutisch advies

⇧terug naar boven

Wanneer iemand zorgbehoevend wordt, blijkt een woning soms stukken oncomfortabeler dan gedacht. De rolstoel van je zorgbehoevende huisgenoot kan niet overal door, trapjes zijn hinderlijk, het hoge bad is ronduit gevaarlijk, schakelaars hangen te hoog en het aanrecht in de keuken zou lager moeten.

Gelukkig bestaan er heel wat hulpmiddelen om ervoor te zorgen dat je woning weer stukken gebruiksvriendelijker wordt. Via de overheid wordt er ook in een aantal subsidies voorzien om de nodige aanpassingen te bekostigen. Tussenkomsten worden onder bepaalde voorwaarden verleend door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), het Vlaams Gewest en sommige gemeenten en provincies.

Wanneer je een woningaanpassing overweegt, ga je best te rade bij een aanpassingsdeskundige. Vaak gaat het om een ergotherapeut, die bij het bekijken van je woning zowel rekening houdt met de (te verwachten) beperkingen van de zorgbehoevende als met de bestaande hulpmiddelen en de technische mogelijkheden van je woning. Iets waar deskundigen eveneens oog voor hebben, is voor de mogelijke gevaarlijke punten in je woning.

Aandachtspunten voor een meer comfortabele en veilige woning:

  • matten en tapijten vastleggen
  • antislipmat in bad of douche
  • zitbankje of plastic stoel in de douche
  • handgrepen aan bad en toilet
  • trapjes en niveauverschillen wegwerken (hellend vlak)
  • een tweede trapleuning, stevige trapleuningen
  • traplift
  • keukengerei niet bovenaan in de kasten
  • lichtschakelaars en stopcontacten op bereikbare hoogte
  • nachtlampjes waar nodig
  • overal voldoende verlichting
  • een draagbare telefoon
  • voldoende brede toegangswegen en deuren
  • aangepaste keukentoestellen en een keukenaanrecht op werkhoogte
  • geen uitstekende of loszittende tegels