Als slot van een doorgedreven brainstorm van burgers over de functie van de ziekteverzekering en de gezondheidszorgen, heeft de Koning Boudewijnstichting de conclusies van dit burgerforum voorgesteld. Dat burgerlabo vindt dat levensstijl geen algemeen criterium mag zijn om mensen uit te sluiten van terugbetaling.
Het was op vraag van het Riziv dat de Koning Boudewijnstichting een burgerlabo heeft georganiseerd. Daarin bogen 32 deelnemers zich gedurende drie weekends over een centrale vraag die nu, meer dan ooit, aan de orde is: wat moeten de criteria zijn om te besluiten de gezondheidskosten al dan niet terug te betalen?
Burgerlabo
Een van de belangrijkste conclusies van dit burgerlabo is dat er eigenlijk geen duidelijke objectieven zijn op federaal niveau. Daarom hebben de deelnemers zelf een aantal waarden en criteria opgelijst:
- Een centrale plaats voor de patiënt en een beter zicht op de noden
- Meer aandacht voor de levenskwaliteit van de patiënt en zijn omgeving, veel meer dan op de verlenging van het leven
- Het overstappen van een lange curatieve begeleiding naar een preventieve benadering (via gezondheidspromotie en gezondheidsopvoeding)
- Voor de terugbetaling moet er overgegaan worden van een systeem van aanbod (door de industrie) naar een systeem van vraag (vanuit de patiënt)
- De beslissing om geneesmiddelen of behandelingen al dan niet terug te betalen moet genomen worden door een multidisciplinaire commissie en niet door een monodisciplinaire commissie.
- De gezondheidszorgen zijn nu veel te veel gericht op de ziekte. De burgers zijn ervan overtuigd dat iemand vooral naar de dokter moet om zijn gezondheid te behouden, veeleer dan om zich te laten verzorgen.
Niet de rol van de artsen
De experts hebben daarna de voorstellen van de burgers in perspectief gebracht en bepaalde punten genuanceerd. Zo stelde Myriam De Spiegelaere, een specialiste in volksgezondheid, dat de artsen niet de best geplaatste mensen zijn om de burgers in een goede gezondheid te houden en preventief te gaan werken. Ook dokter Jacques de Toeuf, voorzitter van Absym, deelt die mening: “Geneesheren en de ziekteverzekering moeten de mensen op de been brengen, hen verzorgen maar niet zozeer hun gezondheid onderhouden. Dat is de rol van de preventiepolitiek: dat is een taak van de regio’s en de gewesten.”
Centrale rol voor patiënt
Bij monde van haar adjunct-kabinetschef, Bert Winnen, gaf minister van Volksgezondheid Maggie De Block te kennen dat ze akkoord gaat om een centrale rol voor de patiënt voor te behouden en hem te betrekken bij de besluitvorming in de gezondheidszorg. “Bij de opstart van klinische studies, het inleiden van bepaalde therapieën en, waarom niet, bij politieke beslissingen verdient de ervaring van de patiënt veel meer aandacht. Het is een rode draad in een hele cultuurverandering.”
“Het wordt wel een werk van lange adem”, zegt het kabinet van de federale minister. “In de beleidsverklaring was een van de eerste objectieven van de minister om de individuele betrokkenheid van de patiënt te verbeteren zodat hij co-piloot wordt van zijn eigen gezondheid, onder meer via projecten rond health literacy. Maar ook de ziekteverzekering moet evolueren en drie doelen bereiken: de nadruk leggen op preventie, de kosten die aan de gezondheidzorg verbonden zijn beter beheren en het verbeteren van de ervaringen in de gezondheidszorg.”
Preventie en gezondheidspromotie voor de regio’s
De drie regio’s hebben trouwens ook gereageerd op de conclusies van het burgerpanel. Vlaams minister van Welzijn, Jo Vandeurzen, wierp op dat vooral mantelzorg in de toekomst zeer belangrijk wordt. “We moeten veel beter de noden van die naaste mantelzorgers gaan begrijpen om zo hun netwerk te versterken en hun mogelijkheden te vergroten”, zei hij. Alda Greoli, kabinetschef van de Waalse minister Maxime Prévot, sloot zich aan bij dat standpunt en voegde er nog aan toe dat het voor de regio’s erg belangrijk is om te investeren in preventie en gezondheidspromotie. Dat ook dit de kosten in de gezondheidszorg kan doen dalen. “Wij werken aan een harmonisering van de gevoerde politiek en wij willen op langere termijn - langer dan één legislatuur - werken”, vertelde ze. Luc Detavernier, vertegenwoordiger van de Brusselse ministers Gosuin en Van Hengel voegde er meteen aan toe dat het Brussels Gezondheidsplan verder gaat dan alleen de gezondheidszorg, maar zich ook wil bekommeren om huisvesting, werk en precariteit.
Bron: De Apotheker 7 maart 2016
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Hier lees je …
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Rita Nevelsteen is een van …
Log in of registreer je om reacties te plaatsen.