Het was een zware klap voor Fons, het plotse overlijden van zijn vader. Het was voortaan zijn taak om zijn moeder te helpen waar nodig. Niet evident: het hoofd boven water houden wanneer je werken, ‘zorgen voor’ en gezin moet combineren. Zo’n twee jaar geleden kreeg Fons te horen dat zijn moeder aan vasculaire dementie lijdt. Hoe ervaart hij de zorg voor zijn moeder? Wij stelden hem onze acht mantelzorgvragen.
1. Hoe ben je mantelzorger geworden?
“Mijn vader overleed vier jaar geleden. Het was een plots overlijden. Sindsdien heeft mijn moeder extra hulp nodig. Mijn moeder is moeilijk te been, dus mijn vader deed heel wat in het huishouden. Zo was hij degene die altijd boodschappen deed. Na zijn overlijden nam ik zijn taken in het huishouden over. Na het werk ging ik vaak rechtstreeks naar moeder om haar te helpen met koken, kuisen, … Ik wou ook niet dat ze te lang alleen was. Haar gemoedstoestand na het overlijden van vader was niet al te best.”
“Zo’n twee jaar geleden begon ik enkele dingen op te merken: moeder was steeds vaker gedesoriënteerd en in de war. Enkele maanden later kregen we de diagnose: vasculaire dementie. Het is moeilijk om haar zo te zien aftakelen.”
2. Hoe ervaar je de zorg?
“In het begin, net na het overlijden van mijn vader, was het heel zwaar. Dat plotse verlies was niet enkel moeilijk voor mijn moeder, ook ik zag er enorm vanaf. Door het zorgen voor mijn moeder kon ik mijn verdriet wel sneller een plaats geven. Dat er goed voor haar werd gezorgd, zou mijn vader immers ook willen. Dus ik kon me daar volledig op focussen. Meehelpen en er gewoon zijn voor haar, waren geen opofferingen. Het gaf me een nieuw soort energie en voldoening.”
“Toch waren er ook momenten dat ik het allemaal onderschatte. Dan kreeg ik plots het gevoel dat ik het niet meer kon bolwerken: werken, zorgen voor mijn moeder en mijn gezin. En dan zwijg ik nog over hobby’s, die in die periode maar op een laag pitje stonden. Vaak werd ik geconfronteerd met een immens schuldgevoel. Was ik bij mijn moeder, dan voelde ik me schuldig tegenover mijn gezin en was ik bij mijn gezin, dan voelde ik me schuldig omdat ik niet bij mijn moeder was. Maar één ding was ik uit het oog verloren: ik was niet alleen. Mijn gezin zag dat ik het moeilijk had en we besloten om het werk te verdelen. Dat gaf me een enorme boost.”
“Zo’n jaar geleden hebben we besloten dat moeder voortaan in een woonzorgcentrum zou verblijven. Het was één van de moeilijkste beslissingen die ik ooit moest maken. Maar het was gewoonweg niet meer veilig om haar alleen thuis te laten. Er moest constant iemand bij haar zijn. Dat was jammer genoeg niet haalbaar.”
3. Wat zijn de mooie momenten?
“Toen mijn moeder nog thuis was, genoot ik enorm van de tijd samen. Gewoon met ons tweetjes keuvelen over vroeger. Moeder maakte steevast de klassiekers van mijn kindertijd klaar. Daar keek ik telkens naar uit. Ik zag mijn moeder ook opfleuren doordat ze iets kon terugdoen voor mij.”
“Nu, wanneer ik in het woonzorgcentrum toekom, verschijnt er steeds een lach op haar gezicht. Op dat moment ben ik altijd blij dat ik gekomen ben. Ik koester onze momentjes samen nog steeds. Regelmatig krijg ik dezelfde verhalen te horen, maar mijn moeder vertelt ze steeds met evenveel enthousiasme. Dan kan ik het niet laten om in de lach te schieten, ook al weet ik wat er volgt. Ik probeer haar minstens vier keer per week te bezoeken. Maar het is ook bevrijdend dat ik niet elke dag hoef te gaan. Want ik weet dat ze in goede handen is.”
4. Wat zijn de moeilijke momenten?
“Nu herkent ze me nog. Maar ik heb schrik voor het moment waarop dat niet meer het geval zal zijn. Ik probeer me hierop voor te bereiden, want dat moment zal toch komen. Soms stel ik me de vraag: als ze niet weet dat ik er ben, maakt het dan wel nog uit of ik kom of niet kom? Soms geraak ik even verdwaald in die donkere gedachten. Maar ik weet dat ik haar nooit in de steek zal laten. Ze betekent té veel voor mij.”
5. Wat doe je om te ontspannen?
“Ik ben een fervent wandelaar. Samen met mijn viervoeter trek ik me geregeld terug in de natuur. Ik probeer telkens een ander stukje natuur te ontdekken. Zo stap ik op zondag vaak mijn wagen in om ergens een middagje te gaan wandelen. Ik heb nog veel natuurgebieden die op mijn to-dolijstje staan.”
“Tijdens die wandelingen kan ik mijn hoofd leegmaken en volledig ontspannen. Aangezien ik telkens ergens anders naartoe ga, voelt het tegelijk een beetje als op reis gaan. Vroeger, toen mijn moeder nog geen problemen had met haar knie, zaten mijn ouders in een wandelclub. De passie voor het wandelen deel ik dus met mijn moeder. Als ik bij haar ben, is het bovendien het ideale gespreksonderwerp om onze zorgen even te vergeten.”
6. Maak je gebruik van enige vorm van dienstverlening?
“Toen mijn moeder nog thuis woonde, kwam het Wit-Gele Kruis langs. Maar na een tijdje was dat niet meer voldoende. Het is een opluchting dat mijn moeder toch gelukkig lijkt in het woonzorgcentrum. Er is ook een mooie tuin. Dus nu het een beetje beter weer wordt, kan ik al eens vaker met haar naar buiten.”
7. Hoe hou je de balans tussen de zorg, je hobby’s en je familieleven?
“Nu lukt het me wel om die balans te vinden. Een tijd geleden, toen ik het gevoel had dat ik mijn moeder bijna nooit alleen kon laten, was dat minder het geval. Toen ging de veiligheid van mijn moeder boven alles. Maar dat is ook normaal denk ik. Nu hoef ik niet meer zo ongerust te zijn.”
8. Heb je een tip voor andere mantelzorgers?
"Zorg ervoor dat je die batterijen op tijd en stond oplaadt. Anders kan je niet blijven doorgaan. En terwijl je dat doet: zadel jezelf niet op met schuldgevoelens. Want geloof me, als mantelzorger doe je sowieso al meer dan voldoende!”
Om de twee weken kiezen wij een ‘mantelzorger van de week’ die we in de bloemetjes zetten. Ken of ben jij iemand die hiervoor in aanmerking komt? Stuur dan een mailtje naar info@ma-zo.be!
Bekijk alle 'Mantelzorgers v/d week'!
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Hier lees je …
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Rita Nevelsteen is een van …
Beste Fons,
Vooreerst een dikke pluim voor jou !
Ik kan jouw situatie zéér sterk vergelijken met wat ik heb doorgemaakt.
Ik geef jou een gouden raad, tracht zolang als je kan naar jouw moeder te gaan, zo zal ze je nog zéér lang herkennen. Neem haar bij de hand, streel haar, dat zijn gevoelens die demente personen het langst voelen. Ons mama heeft me gekend aan mijn strelingen, aan mijn stem tot 1,5 dag voor haar dood (morfine was opgestart, een palliatieve sedatie), ik wou niet dat ze pijn had...Ik ben zo blij dat ik er veel voor gedaan heb en dat ik dit kon, niet altijd gemakkelijk, nu 4 maanden na haar dood ben ik er nog steeds gelukkig om....
Hartelijke groetjes en veel moed !
Bea
Dag Fons,
Wat fijn dat je zo goed voor je moeder hebt gezorgd toen ze thuis was en nu in het woonzorgcentrum. Probeer je bezoek aan haar zeker vol te houden.
Goede moed,
Sylvain
Dag Fons,
Het doet mij ook denken aan mijn eigen moeder. Wat deed het pijn om haar achter te laten in een woonzorgcentrum. Maar voor mijn papa ging het echt niet meer.
Elke situatie is anders. Mijn mama zag ons meestal graag komen maar kon moeilijk afscheid nemen. Zij wou daar niet blijven. Wat ook zeer moeilijk is.
Als ik mag zou ik je de raad geven om te doen wat haalbaar is voor jou.
Goede moed.
Ann.
Mooi Fons, wat je doet voor je moeder! Begrijpelijk dat je bezorgd bent voor wat de toekomst brengt...maar weet dat de meeste mensen met dementie blijven voelen wie hun dierbaren zijn...ook al kan men het niet meer benoemen...ook goede moed vanwege Maureen ( +30jaar werkzaam in de dementiekliniek/woonzorg)
Log in of registreer je om reacties te plaatsen.