In deze autobiografische roman vertelt dichter Frank Starik over zijn dementerende moeder.
In het eerste deel van het boek, beschrijft hij hoe zijn moeder langzaamaan vergeetachtiger wordt en dingen kwijtraakt. De aftakeling van zijn moeder loopt parallel met de aftakeling van de huizen in zijn buurt. De wachtlijst voor een tehuis is ellenlang en dus blijft ze thuis wonen, tot ze op een dag valt en haar heup breekt.
Er volgt een zware periode voor Starik: “Ik kijk naar het rommelige hoopje lichaam dat in het ziekenhuisbed ligt. Ik kan me niet voorstellen dat dit ooit mijn moeder is geweest, een sterke jonge vrouw die op vrijdagavond lippenstift opdeed, haar wangen poederde”. Ook wanneer ze vervolgens in een slecht verpleeghuis terechtkomt, is de ellende nog niet voorbij. Uiteindelijk belandt ze gelukkig op een betere plaats, hoewel ze zich nooit helemaal thuis zal voelen: “'Elke ochtend’, vertelt de verzorgster, ‘het is elke morgen hetzelfde. Iedere morgen vraagt je moeder waar ze is, wat ze hier in godsnaam doet, en of ze hier opgesloten is. En iedere morgen huilt ze. Dan vertel ik haar dat ze niet opgesloten zit, maar dat ze nu eenmaal niet zo heel goed voor zichzelf kan zorgen en dat we straks gaan ontbijten'.” De roman eindigt met het troostend beeld dat Starik bloemen zaait op de plaats waar ooit huizen stonden.
Iedereen die met dementie te maken heeft, zal zich herkennen in de situaties van deze roman. Ontroerende momenten worden afgewisseld met grappige beschrijvingen. De auteur verliest zich nooit in sentimentaliteit.
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Hier lees je …
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Rita Nevelsteen is een van …
Log in of registreer je om reacties te plaatsen.