Op zondagnamiddag zat ik op een benefietconcert in de prachtige Sint-Pauluskerk in Antwerpen. De opbrengst ging integraal naar de bestrijding van kansarmoede in Vlaanderen. Ik stuurde een tweet over dit mooi initiatief. Onmiddellijk kreeg ik een reactie van Joël De Ceulaer. Hij verwees naar zijn opiniestuk in De Morgen, waarin hij uitlegt waarom hij het ongepast vindt dat politici de lof der liefdadigheid zingen.
Ieder zijn mening uiteraard, maar ik wil toch enkele kanttekeningen plaatsen. Misschien zal ik verrassend beginnen: ik ben het volkomen eens met zijn premisse. Liefdadigheid kan zich nooit in de plaats stellen van een door de overheid ingeroepen sociale zekerheid. Liefdadigheid is iets van alle tijden. Toch is het pas na de invoering van de sociale zekerheid zoals wij die kennen dat we erin geslaagd zijn op structurele wijze het leven van de mensen te verbeteren. Ook van zij die het heel moeilijk hebben. Niet volledig en niet perfect - er zijn nog altijd te grote mazen in het net - maar het is een verwezenlijking waarop we als samenleving niettemin zeer trots mogen zijn.
Liefdadigheid kan dus nooit ter vervanging worden ingeroepen. Maar wat als het erbovenop komt? Moet een politicus dat dan bestrijden, of mag hij het waarderen en indien nodig hinderpalen wegnemen? Joël De Ceulaer zegt het zelf: "Lang leve de spontane solidariteit onder collega's, vrienden en buren! Het punt is alleen dat de overheid zich met die spontane solidariteit niet hoort te bemoeien." Wel, dat is exáct wat we nu doen: we nemen een grendel weg.
En tegelijk versterken we mantelzorg. De duur van tijdskrediet met zorgmotief wordt met drie maanden verlengd, en palliatief verlof wordt met één maand uitgebreid. Dat is een structurele versterking van de sociale zekerheid.
Het is aangetoond dat landen met grote gezinnen een kleinere sociale zekerheid hebben, omdat veel van de zorg binnen het gezin gebeurt. Tegelijk vragen kleinere gezinnen en andere invullingen van de dagtaak - denk aan grootouders die langer werken - een grotere inspanning van de overheid om mensen bij te springen. Ik vind het ene niet moreel hoogstaander dan het andere. Als politicus wil ik graag werken aan een samenleving gebouwd op een sterke sociale zekerheid, waar mensen zich ook voor elkaar blijven inzetten.
Moeten ouders als enige hulpmiddel de vakantiedagen van collega's hebben? Uiteraard niet. Maar moet een overheid verhinderen dat een collega wil helpen door enkele dagen af te staan? Ik meen van niet. Kris Peeters heeft zich gebaseerd op een Frans voorbeeld, waarbij collega's een vader met een terminaal kind vakantiedagen gaven, nadat zij alle wettelijke middelen had uitgeput. Eigenlijk overtraden zij daarbij de regels.
Het maatschappelijk debat heeft in Frankrijk geleid tot een wettelijk kader. Koen Geens heeft enkele jaren terug ook de btw-regels voor warenhuizen aangepast, zodat voedsel schenken aan de voedselbanken niet langer 'bestraft' wordt. Zijn dat voorbeelden waarbij de overheid de eigen verantwoordelijkheid uit de weg gaat? Of maakt ze solidariteit mogelijk of makkelijker?
Om de analogie met de brandweer even door te trekken: christendemocraten zullen nooit toestaan dat mensen zelf een brand moeten blussen, dat is een taak voor de brandweer. Maar we zullen ook nooit toelaten dat enkel de brandweer een brandkraan kan openen, zodat de buur die wil helpen niets kan doen.
Bron: De Morgen - 12 April 2016
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Hier lees je …
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Rita Nevelsteen is een van …
Log in of registreer je om reacties te plaatsen.