Mantelzorger Carine Gilissen beschrijft hoe het is om te leven met een mentaal gehandicapte broer. We hebben haar kortverhaal opgedeeld in 5 delen.
Door de overbezorgdheid van mama, was familie alles voor je. En je aanpassen aan een nieuwe situatie, ging altijd gepaard met de nodige zorgen. Zo ook toen je broer en zussen één voor één het ouderlijk nest verlieten, ook ik. Beetje bij beetje werd het moeilijker om je thuis te verzorgen. Ik zag de verandering en bleef aandachtig, ook al woonde ik niet meer thuis. Iedere dag ging ik kijken of alles in orde was. Vaak moest ik tussen jou en mama komen om de rust te herstellen. De begeleiders van het dagcentrum stelden een kortverblijf voor.
Dat liep even anders. Een testament, opgemaakt door mama kort na het overlijden van papa, werd bovengehaald. Hierin waren haar wensen beschreven. Zo stond erin dat de zorgen voor grote broer, wanneer die haar teveel werden en na haar overlijden, werden overgedragen naar mij. Hij hoorde thuis verzorgd te worden, niet in een woonzorgcentrum voor volwassenen met een mentale beperking. De discussies tussen mama en mij stopten. Vanaf toen was ik er iedere dag, ook tijdens de weekends.
In 2004 raakte mama betrokken in een verkeersongeval. Er brak een tijd van herstel en revalidatie voor haar aan. Hier stond ik dan, in het midden van de nacht met grote broer aan de hand én met een zware taak die nu op mijn schouders viel. Ik bleef in het ouderlijk huis slapen, zodat je in je vertrouwde omgeving kon blijven. Die eerste nacht sliep je niet. Je bleef vragen of mama, net zoals papa, doodging en of ik je naar een tehuis zou brengen. Je liet me duidelijk verstaan dat je wist dat mama dat niet wou. Ik werd boos, zei dat je moest zwijgen en slapen. Zelf deed ik geen oog dicht.
Het deed me zoveel pijn om toe te geven dat ik je niet langer thuis kon verzorgen. Maar ik had geen andere keuze. Ik was niet alleen zus, maar ook echtgenote en moeder en ik had een job. Ik voelde me niet enkel verdrietig, maar ook eenzaam en schuldig. De volgende morgen werd de procedure ‘opname bij hoogdringendheid in een woonzorgcentrum voor volwassenen met een mentale beperking’ opgestart. Hoe ongelukkig ik me voelde toen ik je valies klaarmaakte voor de opname, kon ik met niemand delen. De eerste maanden verliepen moeizaam. Ik bezocht je iedere dag of nam je mee om bij mama op bezoek te gaan.
Mama herstelde en mocht terug naar huis, jij niet. Het zien van al dat verdriet bij mijn grote broer, mijn grote knuffelbeer, deed me bijna breken. Maar ik wist dat er geen weg terug was. Je kon niet langer thuis wonen. De gedachte om de opname bij hoogdringendheid te onderbreken, was helemaal niet verstandig. Mama zou nooit meer de zorgen kunnen geven die je nodig had.
Het was zó leeg in huis zonder grote broer. Je stond niet meer aan de radio luidkeels mee te zingen. Nooit wachtte je me nog op aan de deur om op mijn schouder te kloppen en mijn aandacht te vragen als ik binnenkwam. Geen mond meer die altijd bewoog. De stilte was ondragelijk.
Omdat de drukte van het weekend en de stilte die je naliet tijdens de werkweek zo voelbaar waren, zag mama in dat ze niet meer in staat zou zijn om dag in dag uit voor je te zorgen. Maar wennen aan de stilte was voor mij veel moeilijker. Je vroeg veel energie en je aanwezigheid gaf de nodige beperkingen, maar een grote broer als jij was dat meer dan waard.
- geschreven door Carine Gilissen
Lees ook deel 1, deel 2, deel 4 en deel 5
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Hier lees je …
Tien ervaringsdeskundige mantelzorgcoaches (EMC’s) gaan voortaan mantelzorgers uit hun buurt coachen om zo hun weerbaarheid te vergroten. Rita Nevelsteen is een van …
Log in of registreer je om reacties te plaatsen.