Het begrip ‘burn-out’ werd aanvankelijk enkel in de context van een werksituatie gebruikt. Vandaag wordt het ook veel ruimer gehanteerd. Voor jou als mantelzorger is de zorgsituatie vergelijkbaar met een werksituatie. Zeker in intensieve en langdurige zorgsituaties lever je nogal eens aanhoudende zware inspanningen, zonder dat je die tijd gerecupereerd krijgt.
Precies omdat je je werk als mantelzorger niet altijd in optimale omstandigheden kan uitvoeren, blijft er soms weinig ruimte over om echt plezier te beleven aan wat je doet. In een ideale situatie krijg je genoeg steun en medewerking van anderen, heb je genoeg financiële armslag en krijg je voldoende erkenning en waardering.
Jammer genoeg is de realiteit dikwijls anders. En dan bestaat de kans op een burn-out. Wat in het begin misschien met zoveel enthousiasme en overtuiging gestart is, strandt in een verloren straatje. Natuurlijk hoeft het niet zo te lopen. Dat dode, verloren straatje is meer de uitzondering dan de regel. Maar ze bestaan wel, die straatjes waar je als mantelzorger in belandt en waar je geen uitweg in vindt (zie ook: burn-out).
Grenzen voor jezelf
Vaak ben je als mantelzorger de centrale persoon in een zorgsituatie. Je zorgt voor iemand uit je omgeving, maar tegelijk ben je het aanspreekpunt voor een aantal andere partijen die met de zorg voor diezelfde persoon bezig zijn. Net omdat je in die centrale positie zit, is het belangrijk dat je je grenzen aangeeft.
Iedereen verwacht dingen van je. Je kan de slaagkansen van je opdracht aanzienlijk verhogen door als mantelzorger grenzen te stellen aan je taak en tegenover iedereen die te maken heeft met de zorgsituatie. En vergeet in de eerste plaats niet de nodige grenzen te stellen voor jezelf!
Dikwijls denk je maar over mantelzorg na als je het al aan het doen bent. Je bent erin gestapt voor je het goed en wel besefte. Het is pas wanneer je tegen je grenzen aanbotst, dat je je realiseert dat er ook nog zoiets als grenzen bestaat. Meer nog, je beseft dat je ook de bewaker van je eigen grenzen kan en moet zijn (zie ook ‘draagkracht-draaglast’).
Grenzen ten aanzien van de zorgbehoevende
Of je nu zorgt voor een kind, zieke of oudere, aan duidelijke grenzen stellen kan je niet voorbij. Als mantelzorger hoef je echter niet alles te accepteren, enkel en alleen omdat de ander zorgbehoevend is. Correct en empatisch omspringen met grenzen zegt iets over het al dan niet aanwezig zijn van wederzijds respect. Het is aan jou om de signalen te interpreteren en aan de alarmbel te trekken.
Natuurlijk moet je de pijn en andere klachten telkens ernstig nemen. En niet alles hoeft enkel op jouw schouders terecht te komen. Vergeet enkel niet dat er grenzen zijn aan je tijd en draagkracht. Bespreek met de persoon voor wie je zorgt tot waar je wil en kan gaan. Leg ook duidelijk uit waarom je bepaalde dingen niet zal doen.
Grenzen tegenover je omgeving
Ben jij de centrale mantelzorger in jouw situatie? Dan heb je vast al gemerkt dat de neuzen van alle andere betrokkenen zich graag in jouw richting draaien. De vanzelfsprekendheid waarmee iedereen ervan uitgaat dat jij de eindverantwoordelijkheid draagt, kan voor jou heel belastend zijn.
Ervaar je als mantelzorger weinig concrete steun van broers, zussen of andere familieleden, dan is er werk aan de winkel. Tijd om je grenzen nog eens duidelijk toe te lichten. Probeer assertief en duidelijk te vertellen wat jij op je neemt en wat je van de anderen verwacht. Vraag hulp en delegeer het werk.
Grenzen tegenover externe diensten en hulpverleners
In sommige mantelzorgsituaties komen er nogal wat externe hulpverleners over de vloer. Al die mensen komen vanuit hun eigen specifieke opleiding aan huis bij de zorgbehoevende. Zoveel professionaliteit onder je dak is prachtig. Maar niet als dat betekent dat er over jou heen wordt gewalst.
Iets wat je heel goed voor ogen moet blijven houden, is dat jij extreem gespecialiseerd bent in de zorg voor die ene zorgbehoevende. Jij bent ouder, partner of kind en jij kent de persoon om wie het draait door en door. Jij bent ‘ervaringsdeskundige’. In dat opzicht ben jij op jouw manier een gelijkwaardige partner in de zorg, naast de diverse professionele zorgverleners die aan huis komen.
Die gelijkwaardigheid impliceert ook dat jouw stem, verlangens en verwachtingen wat de zorg en de zorgorganisatie betreft, net zo doorslaggevend zijn als die van de andere spelers. Het uitgangspunt bij het bepalen van grenzen moet steeds het zo goed mogelijk verzorgen van de zorgbehoevende zijn. Dat houdt meteen ook in dat er optimaal rekening wordt gehouden met jouw belangen als mantelzorger. Want als jij het laat afweten, omdat je grenzen voortdurend met de voeten worden getreden, dan heeft dat rechtstreekse gevolgen voor de zorgbehoevende.
Grenzen van de zorgbehoevende
Als mantelzorger ben je ook bewaker van de grenzen van de zorgbehoevende, wanneer die dat niet (meer) zelf kan zijn. Vanuit het gezichtspunt van de zorgbehoevende ben jij diegene aan wie hij of zij zich toevertrouwd. Omdat jij de zorgbehoevende het beste kent, weet je als geen ander wat goede zorg voor hem of haar inhoudt.
Het is belangrijk dat je ervoor zorgt dat jijzelf of anderen de grenzen van de zorgbehoevende respecteert. Het komt erop aan om je als mantelzorger helemaal in de plaats van de zorgbehoevende te kunnen stellen.
Wanneer je langer dan 24 uur in een zorginstelling verblijft, zoals een ziekenhuis, verpleeghuis of psychiatrische instelling, dan is er sprake van derdelijnszorg of intermurale zorg. Tegenover het begrip ‘intermurale zorg’ staan de begrippen ‘transmurale zorg’ en ‘extramurale zorg’.
Wanneer een zorgbehoevend iemand (tijdelijk) in een zorginstelling verblijft, kan je taakinvulling als mantelzorger er anders gaan uitzien dan wanneer je thuis voor iemand zorgt. Soms kan de keuze voor intermurale zorg de enige optie zijn. Misschien wordt de zorg te complex of is de grens van je draagkracht als mantelzorger bereikt.
Een opname kan dan zowel een opluchting als een gevoel van falen teweegbrengen. Je taak en betekenis als mantelzorger stoppen niet aan de drempel van de instelling. Ook binnen de zorginstelling ben je als mantelzorger van groot belang voor de zorgbehoevende. Alleen zal je misschien de invulling van je rol wat moeten bijstellen en herdefiniëren.
Gedurende een lange tijd voor iemand zorgen is een zware opdracht. Vandaar dat je er maar beter tegen gewapend kan zijn. Pak de situatie realistisch aan en denk niet dat je een slechte mantelzorger bent omdat je de hulp van anderen inroept (zie ook ‘hulp krijgen’, ‘hulp vragen’ en ‘hulp weigeren’).
Een langdurige zorgsituatie is ingrijpend genoeg om toch eens bij een aantal dingen stil te staan. Het gaat immers over een engagement dat je als mantelzorger aangaat. Langdurige zorgsituaties hebben hun eigen spelregels en wetmatigheden:
- Je begint aan de zorg, maar plots blijkt ze onomkeerbaar.
- De tijd weegt door in een langdurige zorgsituatie.
- De tijd geeft soms antwoorden op vragen waar je nooit een antwoord op dacht te vinden.
- Een langdurige zorgsituatie neemt bezit van je gezin, financiën, sociale contacten, vrije tijd, job en je relatie met de zorgbehoevende.
Langdurige zorg kan existentiële vragen oproepen: wil je dat langdurige engagement wel aangaan? Wat als je moet afhaken?
Maak er een punt van om alle mogelijkheden te benutten die jou in de zorg kunnen helpen. Hoe gemakkelijker je het jezelf maakt, hoe langer je het volhoudt. Contacteer om te beginnen de dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds om erachter te komen wat er zoal aan hulp bestaat voor jouw specifieke situatie.
Als mantelzorger kan het zeker geen kwaad om over enige assertiviteit te beschikken. Vooral in langdurige zorgsituaties kan die vaardigheid aardig van pas komen. Zo niet, loop je de kans om in een neerwaartse spiraal terecht te komen waar je niet zo gemakkelijk weer uitklautert.
Het is belangrijk om bij elke nieuwe vraag niet al te snel ja te zeggen, maar eerst goed na te denken. Door niet meteen ja te zeggen, geef je jezelf de kans om je te ‘wapenen’. Wil je iets niet, dan moet je dat duidelijk argumenteren. Alles heeft te maken met het kunnen stellen van grenzen. Niet enkel tegenover de omgeving en de medemantelzorgers is een krachtig neen soms nodig. Maar ook tegenover de persoon voor wie je zorgt. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat je als mantelzorger geen keuze meer hebt tussen ja of neen?
Soms zit je als mantelzorger met de handen in het haar. Hoe moet je iemand helpen die helemaal niet geholpen wil worden? Of hoe moet je iemand helpen die vanuit zijn psychisch ziek zijn bepaald gedrag vertoont waar je het als mantelzorger moeilijk mee hebt? Hoe goed je het ook allemaal bedoelt, soms mis je de specifieke kennis om op de juiste manier om te gaan met de psychisch zieke.
Misschien leg je de lat te hoog, misschien ben je niet consequent genoeg, misschien heb je niet voldoende zicht op de typische symptomen die bij een bepaald psychiatrisch ziektebeeld horen of op de nevenwerkingen van de medicatie. Je moet voortdurend zoeken, proberen, compromissen sluiten en grenzen aftasten.
Het is niet ongewoon dat iemand die psychisch ziek is, zich vooral tegen de mantelzorger afzet, terwijl hij van een derde (huisarts, verpleegkundige, psychiater, vriend …) heel wat meer accepteert. Dat is pijnlijk voor jou als mantelzorger, want uiteindelijk ben jij diegene die het meest investeert in de zorg. Soms moet je ook inzien dat een opname in een psychiatrische instelling de enige optie is wanneer de thuissituatie niet langer haalbaar is.